Stichting Restauratie Garrelsorgel Purmerend

a20010530gb

Home
Home (OUD)
Restauratie foto's
Nieuws
Comité van aanbeveling
Meest gestelde vragen
CD
Artikelen
Documentatiemap
Sitemap
get Acrobat Reader voor

Vorige ] Omhoog ] Volgende ]

 

Het Witte-orgel als rode draad

Wim Stroman organiseert opnieuw serie concerten in Nicolaaskerk

Wim Stroman is een muzikant in hart en nieren.
Foto: Johan W. Koopmans
Wim Stroman is een muzikant in hart en nieren.
Foto: Johan W. Koopmans

Van onze redactie

PURMEREND - Hij heeft, zoals hij dat zelf omschrijft, een tomeloos enthousiasme om zichzelf en andere mensen met muziek wat levensgeluk te schenken. Dat is voor Wim Stroman een van de drijfveren om ook dit jaar een serie zomerconcerten in de Nicolaaskerk aan de Kaasmarkt te organiseren. Tot oktober vindt daar elke zaterdag vanaf 14.15 uur een optreden plaats. De toegang is gratis.

Officieel wordt de reeks concerten georganiseerd door het Comité Muziek in de Nicolaas Purmerend. Daarachter gaat echter slechts één man schuil: Wim Stroman, de vaste organist van deze kerk. Hij nodigt de muzikanten uit, verzorgt de publiciteit, houdt op de concertdagen een welkomstwoordje, neemt in de meeste gevallen de begeleiding op het orgel op zich en stuurt zijn gasten na afloop met een bloemetje naar huis. Het enige dat er nog aan ontbreekt is dat hij tussendoor koffie serveert. Maar dat zou een beetje te ver gaan.

Zeer gedreven is hij. De 55-jarige Amsterdammer was twee jaar geleden nog maar net als nieuwe organist aangenomen of hij nam al het initiatief om, naast de zondag, ook op zaterdag mensen naar de kerk te lokken. "Ik wilde meer met muziek en cultuur in de kerk doen. Op zaterdagmiddag zijn hier in Purmerend veel mensen op de been. Ik kwam op het idee 's middags de deur van de kerk open te zetten en concerten te bieden. Met elkaar genieten van mooie muziek, dat was de bedoeling. Maar ik wilde de Purmerenders ook wat cultuur bijbrengen, ze interesseren voor het historische Garrelsorgel dat momenteel wordt gerestaureerd en dat eind 2003 in gebruik wordt genomen."

Zelf kan Stroman nauwelijks wachten tot het zover is. Hij wordt straks een van de bespelers van het imposante instrument, maar zijn handen jeuken nu al. Met grote regelmaat beklimt hij het orgel om zich er van korte afstand aan te vergapen.

Kerkorgels hebben op hem altijd al een enorme zuigkracht uitgeoefend. Het machtige geluid, de bouw, de mechaniek - bij Stroman is het één en al fascinatie. Als kind al werd hij er door gegrepen. En daarbij openbaarde zich ook zijn aangeboren gevoel voor muziek. "Op mijn school stond een harmonium. Mijn juf speelde daar eens op en ik hoorde dat ze het niet goed deed. En dat terwijl ik nog maar een klein jongetje van vijf jaar was. Daarna droomde ik dat niet zij, maar ik achter het orgel zat en voor mijn klasgenoten speelde."

Het beeld zat vast in zijn hoofd en raakte niet meer los. Dat hij zich later daadwerkelijk op de muziek zou storten kon niet uitblijven. Hij nam zowel piano- als orgelles. Vooral van het orgel raakte hij in de ban. In de Koepelkerk in Amsterdam, nabij het Leidseplein, werd hij voor het eerste geconfronteerd met een product van de vroegere vooraanstaande orgelbouwer Friedrich Witte. Het zou niet de laatste keer zijn. Het Witte-orgel zou zelfs een rode draad in. zijn leven gaan vormen.

In huize Stroman was de meer dan gemiddelde belangstelling van de jonge Wim voor kerkorgels niet onopgemerkt gebleven. Zijn vader deed hem de suggestie aan de hand een dienst in de Lutherse kerk aan het Spui bij te wonen. Want daar zat de inmiddels overleden vermaarde organist .Piet van Egmond achter de toetsen. "Prachtig vond ik het", blikt Stroman terug. "Een van de liederen die werden gespeeld was 'Ruwe stormen mogen woeden'. De storm was echt hoorbaar door het orgel. Het spel sprak tot de verbeelding. En ook dat was een Witte-orgel. Mijn liefde voor dit instrument is toen alleen maar gegroeid."

Stroman was brutaal genoeg om contact met Van Egmond te zoeken en zijn bewondering voor zijn spel uit te spreken. En hij ontmoette nog een organist: Piet Vijzelaar, organist van de toenmalige Doopsgezinde Kerk aan de Kanaalstraat in Purmerend. Daar stond opnieuw een Witte-orgel. En dat zou later verhuizen naar de huidige Nicolaaskerk aan de Kaasmarkt. De 12-jarige Wim werd door Vijzelaar uitgenodigd om tijdens een dienst naast hem te zitten. Na afloop, als de kerk leegstroomde, zei Vijzelaar: Jongen, nu is het orgel helemaal voor jou. En vervolgens sloeg Wim een kwartier lang aan het improviseren.

Stroman verloor in de jaren die volgden zowel Vijzelaar als Purmerend uit het oog. De lust tot orgelspelen was echter niet verdwenen. Integendeel. Hij verleende zijn diensten aan diverse kerken in Amsterdam en hield er verschillende baantjes op na. Dat laatste gaf hem weinig voldoening. Het was niet wat hij wilde. Hij wilde volledig met muziek, bezig zijn. Daarom schreef hij zich op zijn vierentwintigste in bij het Conservatorium in Hilversum en stortte zich op een zesjarige studie. Het was een dagopleiding en daarom zag hij zich genoodzaakt zijn werkgever te verlaten. Om toch wat geld te verdienen begon hij een lespraktijk. Het was een sprong in het diepe. En het pakte allemaal goed uit. De praktijk werd druk bezocht en hij opende er nog een in Bunschoten. Daarnaast werd hij de vaste organist van de kerk De Krijtberg aan de Amsterdamse Singel, een rol die hij nu overigens al 30 jaar vervult. Maar hij raakte ook weer in Purmerend verzeild.

"Ik hoorde dat de Doopsgezinde Kerk was gesloten en dat het Witte-orgel naar de Koepelkerk in Purmerend was verhuisd. In januari 2000 zou het in gebruik worden genomen. Ik bezocht die kerk, liep er naar binnen en herkende het orgel meteen. Dit is mijn ruimte, zei iets in mij. Ik had het gevoel dat ik thuis was gekomen. Achter in de kerk lag een briefje. Daarin stond dat men op zoek was naar een nieuwe organist. Toeval? Dat zal altijd wel de vraag blijven. Vast staat in ieder geval dat op dat moment voor Wim Stroman alles op zijn plaats viel. Hij solliciteerde en werd uit zes kandidaten gekozen. En zo werd hij na ruim 40 (!) jaar weer samengebracht met hetzelfde Witte-orgel waarop hij ooit als kleine jongen zat te pielen.

Van vrijblijvend geëxperimenteer in een lege kerk is nu geen sprake meer. Nee, nu toont hij zich een ware muzikant. Plichtmatig datgene spelen wat de bladmuziek voorschrijft is er lang niet altijd bij. Vooral als hij een pauze moet vullen, leeft hij zich uit. Dan begint hij te spelen en heeft vooraf geen flauw benul waar en hoe de muziek zal eindigen. "Ik speel ook een stuk van acht minuten bij de aanvang, als de mensen binnenkomen en een plaatsje zoeken, en die tijd maak ik precies vol. Maar het gebeurt ook wel eens dat het langer duurt voordat de dienst begint. Dan borduur ik ter plekke voort op wat ik aan het spelen was. Gewoon door mijn fantasie te gebruiken. Zou iemand me later vragen hetzelfde stuk nog eens ten gehore te brengen, dan zou ik echt niet meer weten wat ik zou hebben gespeeld."

 

Het Gezinsblad, woensdag 3 juli 2002
 

De Stichting Restauratie Garrelsorgel Purmerend heeft met de voltooing van de restauratie aan haar taakstelling voldaan en daarna zichzelf opgeheven. Rond de restauratie hebben we een beperkt aantal pagina's laten bestaan.

Voor beheer en exploitatie van het orgel is een nieuwe stichting opgericht. Ga voor actuele informatie naar www.garrelsorgelpurmerend.nl.

Laatste wijziging 26-04-2006. Site design PARVIS.