NRC Handelsblad
ns ws

Matamaros (Foto Richard Smith, Katz Pictures/Transworld) Foto van Matamaros

NRC HANDELSBLAD 6 mei 1998

Buitenlandse assemblagefabrieken genieten in Mexico belastingvrijheid, en arbeid is er ook niet duur. Sommige steden staan er dus vol mee. De arbeidsomstandigheden in deze bedrijven zijn Mexicaans, dat wil zeggen slecht, slechter dan de betrokken bedrijven zich in hun landen van oorsprong kunnen permitteren. Ook Philips heeft daar zo'n fabriek

Door Marjon van Royen


 

'Die bedrijven doen hier wat ze willen'

Philips en andere buitenlandse ondernemingen in Mexico

Kaart van Matamaros

Maria (36) en Lupe (28) hebben dikke, rood-blauwe vliezen op hun ogen. "Van het solderen", zegt Maria. Sinds drie jaar werkt ze in de fabriek van Philips Electronics in Matamoros, een stoffige Mexicaanse stad vlakbij de grens met de Verenigde Staten.

Zo'n 1.4OO vrouwen stromen dagelijks in drie ploegen de grote witte doos zonder ramen binnen die Philips Matamoros is. Aan de voorkant is de fabriek een parodie op een oud Spaans kerkje. In de nok hangt zelfs een echte klok. Daarachter solderen de vrouwen lichtknoppen en ventielen voor airbags van een Amerikaans automerk. Bij dat solderen komen giftige dampen vrij. Niet voor niets staat op het etiket dat de vrouwen laten zien: 'Waarschuwing. Dit product bevat lood wat gevaarlijk kan zijn voor de gezondheid.' De staat Californië meent dat het product 'kanker, geboorteafwijkingen en schade aan de reproductieorganen' teweeg kan brengen, meldt het etiket. Verder kan de damp 'irritaties en beschadiging van de luchtwegen' veroorzaken. "Elke avond, als ik thuiskom snuit ik bloed", vertelt Maria. "En ik mijn man", zegt Sandra. "Maar dat levert ook niets op." Sandra werkt al vijf jaar bij Philips. En al vijf jaar lukt het haar niet om zwanger te worden. Toeval? Pech?

"Je ziet de looddampen in de fabriek gewoon overal hangen", vertelt Alma (34). Honderd vrouwen uit de fabriek hebben de afgelopen anderhalf jaar een spontane abortus gehad. "Dat is geen toeval meer", stelt Alma. Al drie jaar probeert ze samen met de andere wouwen de directie ertoe te brengen iets aan de ontluchting te doen. "De luchtfilters werken gewoon niet." De vrouwen deponeerden klachten bij de personeelschef en bij de commissie voor hygiëne en veiligheid. Maar al drie jaar gebeurt er helemaal niets. "Hier doen die bedrijven gewoon wat ze willen."

Van een bezoek aan de Philipsfabriek is geen sprake. Dagenlang mocht fabrieksmanager Haidar niet worden gestoord. "Hij heeft wel iets belangrijker dingen aan zijn hoofd dan met verslaggevers te praten", liet zijn secretaresse weten. Eenmaal voor de fabriekspoort liet Haidar via een boodschapper weten 'geen behoefte te hebben' aan een artikel over de fabriek.

Toch zijn de klachten van de Philipswerkneemsters tekenend voor de situatie in de hele Mexicaanse 'maquiladora'-industrie. Maquiladoras is de naam voor de grote buitenlandse assemblagefabrieken die in Mexico van belasting zijn vrijgesteld. De maquiladoras ontstonden in 1965, na een verdrag met de Verenigde Staten. Amerikaanse bedrijven hevelden een deel van hun productie naar Mexico over om gebruik te maken van de goedkope arbeidskrachten daar. Oorspronkelijk mochten de maquiladoras zich alleen in een straal van twintig kilometer van de grens vestigen.

Sinds de toetreding van Mexico tot de North American Free Trade Agreement (NAFTA) vier jaar geleden, ligt heel Mexico in principe voor de maqui1adoras open. Toch vestigen de mesten zich nog steeds aan de grens. Daar biedt de belastingvrije assemblage-industrie nu werk voor 800 duizend arbeiders, voornamelijk vrouwen.

 

De internationale arbeidsorganisatie ILO berekende dat de buitenlandse maquiladoras op dit moment een kwart van de totale industrie in Mexico vormen. "Maar hoewel de sector de afgelopen twintig jaar is uitgegroeid tot een strategische economische factor, is er aan de lonen, de arbeidsomstandigheden en vakbondorganisatie in de maquiladoras nagenoeg niets veranderd", schrijft ILO-onderzoeker Alfredo Hualde in zijn rapport.

De lonen in de Mexicaanse maquiladora-industrie liggen gemiddeld tien keer lager dan die in gelijksoortige bedrijven aan de Amerikaanse kant. Volgens het ILO liggen de lonen in de maquiladoras zelfs lager dan die in Azië.

De vrouwen hij Philips Matamoros verdienen gemiddeld 112 gulden per week. "En dat is nog goed hoor, vergeleken bij de andere maquiladoras", zegt Alma. Toch is het absoluut niet genoeg om zichzelf en haar dochtertje op een redelijke manier in leven te houden. Zoals veel alleenstaande moeders leeft ook Alma in een van de snel groeiende krottenwijken van de stad.

"Het is hier gewoon een jungle", zegt Domingo González. We rijden over een onverharde weg langs huisjes van hout en karton. Daarachter de rokende van het industriepark. González is een milieudeskundige bij het Texas centre of Policy studies in Brownsville, het keurige Amerikaanse stadje vlak aan de andere kant van de grens. Hij draait zijn rammelende auto de Chemieweg op. Er staat een Amerikaanse pesticidefabriek; daarachter fabrieken waar conserveermiddelen, houtverharders en nog meer insecticide geproduceerd worden. "De reden dat de fabrieken naar Mexico komen is dat hier volledig de hand wordt gelicht met elke milieu- en veiligheidsnorm." Al tien jaar lang voert González strijd tegen illegale gilbelten, lozingen van chlorophenol in de kanalen, of de verboden uitstoot van hydrofluorzuur in de lucht. "Milieucontrole bestaat hier uit een groep corrupte ambtenaren die eens in de zoveel tijd hun privé-quota bij de bedrijven komen innen", vertelt hij. Actie ondernemen is vrijwel onmogelijk, omdat het Mexicaanse politieke systeem van top tot teen van dezelfde corruptie aan elkaar hangt.

González vertelt over "Eén van de meest serieuze mensen die Matamoros ooit heeft gehad". De ex-procureur voor milieubescherming Juán Nicolâs de León. Eind vorig jaar stapte hij op. Onder het mom van 'geldgebrek' weigerde de overheid nog langer de aansluiting van een telefoon in het kantoor te betalen. Zijn 'team' bestond uit één secretaresse en twee deeltijdmedewerkers. Scholieren. "De enige instrumenten die hij had waren een gasmeter en een ph-meter voor de grond. Verder had hij niets", vertelt industrieel ingenieur José Magdaleno Rodriguez, die zes jaar in commissies met De León heeft samengewerkt. Toen De Leôn op een dag ook zijn salaris nog maar half kreeg betaald, heeft de procureur er de brui aangegeven. Tot op de dag van vandaag is hij niet vervangen.

"Wie mag die gezondheidsverklaring wel hebben uitgegeven", is dan ook González' reactie op de stelling van Philips dat er aan de ontluchting van het bedrijf in Matamoros niets mankeert. Dennis Karr, de president van Philips electronics Amerika, ontkent dat er iets mis is met de ventilatie. Het bewijs? "De procureur voor milieubescherming heeft vorige maand nog een volledige gezondheidsverklaring voor de hele fabriek afgegeven", zei de president vanuit zijn kantoor in New York. Hij was niet in staat de naam van de procureur te noemen. Wel waarschuwde hij: "U hebt een hoop incorrecte bronnen. Wij willen u ervoor waarschuwen dat u zich niet laat misbruiken door de vakbonden."

Maar hier zit hem nu juist een van de grootste problemen voor de werknemers in de maquiladora-industrie. Welke vakbonden? Niet alleen de overheid, maar ook de Mexicaanse vakbonden zijn corrupt. "De officiële Mexicaanse vakbonden zijn ervoor om te zorgen dat bedrijven de vrije hand krijgen, en werknemers hun mond houden", zegt Enrique la Garza, professor arbeidsverhoudingen aan de universiteit van Mexico-stad. Het systeem is heel simpel: de charros, de almachtige vakbondsleiders, benaderen het management van een bedrijf. Ze stellen een deal voor: het bedrijf betaalt een percentage van de winst aan de vakbondsleider. In ruil daarvoor zorgt de charro - al of niet gebruikmakend van knokploegen - voor rust in de fabriek. Looneisen, klachten over gezondheid en veiligheid, of - God verhoede - de vorming van onafhankelijke vakbonden. Dit alles wordt zo efficiënt voorkomen dat onafhankelijke mensenrechtenorganisaties in Mexico nu al jaren worden bedolven onder klachten van werknemers die door de vakbondsmafiosi zijn bedreigd, afgetuigd of ook vermoord.

 

Zwarthandelaren in CAO's. Dat is eigenlijk de beste typering van de ondemocratisch verkozen Mexicaanse vakbondsleiders. Sommigen verdienen er zo goed aan dat ze zichzelf privé een hele vliegtuigvloot kunnen permitteren. Zoals bijvoorbeeld de charro van de machtige oliewerkersbond, Joachín Hernández. In 1989 schoot het leger de stalen voordeur van zijn versterkte burcht met bazooka's aan flarden. Zelfs voor Mexicaanse begrippen had Hernández het te bont gemaakt.

Over het algemeen echter zorgt de bescherming van de potentaten in de Institutionele Revolutionaire Partij (PRI) - de partij die in Mexico al bijna zeventig jaar onafgebroken aan de macht is - voor een soepele afwikkeling van de uitverkoop van werknemerseisen. Neem nu bijvoorbeeld de orderhandelingen over de CAO bij Philips. Alma en haar collega's proberen uit alle macht een voorstel voor de nieuwe CAO van tafel te krijgen waarbij de lonen voor nieuwe werkneemsters in de fabriek tot de helft worden gereduceerd. De redenering van Philips is dat nieuwelingen 'het vak nog moeten leren'. Het lopendebandwerk is volgens Philips zo gecompliceerd dat zo'n werkneemster pas na vijf jaar normaal uitbetaald kan krijgen.

De vrouwen vertellen dat ze bang zijn dat ze geleidelijk allemaal ontslagen worden, om plaats te maken voor de goedkope 'beginnelingen'. Op die manier zou het loon bij Philips worden gereduceerd tot een niveau dat vier keer lager ligt dan in Zuid-Korea. En wat blijkt even later? Achter de rug van de vrouwen om is met de vakbondsleiders het nieuwe contract allang gesloten. "De vakbond gaat met de nieuwe arbeidsovereenkomst akkoord", bevestigt Philips.

Professor de la Garza vertelt hoe dit soort contracten met de vakbond op basis van uiterst rationele berekeningen worden gemaakt. Neem het voorbeeld van Philips. "Zeker voor zo'n ingrijpende contractwijziging als bij Philips rekent het bedrijfsmanagement precies uit hoeveel ze in de nieuwe CAO kunnen besparen aan salariskosten. De vakbondsleider krijgt daarvan dan vijf procent."

Bewijs is er in dit geval niet. "Er zijn natuurlijk geen bankafschriften of nota's van dit soort transacties." Want als één van beide partijen praat betekent dat automatisch een proces en gevangenisstraf. Maar deze manier van contracten afsluiten is in Mexico zodanig gemeengoed dat weinig bedrijven zich eraan kunnen onttrekken. Zeker niet in Matamoros, een traditioneel 'vakbondsterritorium'. Analoog aan de praktijken van de mafia betekent dit dat elk bedrijf dat zich in Matamoros vestigt in zee moet met de leiders van de bond. Er worden zogeheten 'protectiecontracten' getekend tussen het bedrijf en de bond. De vakbond komt aan de eisen van de onderneming tegemoet, in ruil voor het recht als enige vakbond controle over de werknemers te mogen uitoefenen. In de praktijk betekent dit dat de vakbond volledig in de schoenen van de ondernemer staat.

 

Een van de vrouwen geeft een voorbeeld. Ze haalt een papier tevoorschijn met daarop de namen van zes Philips-werkneemsters. "Voor drie dagen van de werkplek geschorst, wegens ongerechtvaardigde fouten", staat er. Daaronder de handtekening van de drie hoogste vakbondsleiders van Matamoros. "Onze pappa's", lachen de vrouwen. "De vadertjes die ons altijd op de vingers slaan." Soms worden ze er zo moedeloos van. Steeds maar klem tussen het bedrijf en de bond.

"Je kunt geen kant op", verzucht Pilar (28). De vrouwen vertellen over de 'ongerechtvaardigde fouten' die kunnen variëren van kauwgum eten tot te lang op de wc zitten. "Je bent volstrekt overgeleverd aan de chefs die zich als kleine potentaatjes gedragen", vertelt Maria. Volgens de vrouwen zijn de chefs in vrijwel alle gevallen Mexicaanse mannen. Ze beginnen niet als eenvoudige arbeider en klimmen dan op in de bedrijfshiërarchie. "Welnee, die komen allemaal gelijk van buiten", zeggen de vrouwen.

Philips ontkent heftig dat dit zo is: "Vijftig procent van ons middenkader is vrouw", zegt Dennis Karr. Maar de vrouwen houden vol: "De chefs die over je beslissen zijn op een paar na allemaal mannen." Wie het Mexicaanse machisme een beetje kent zal niet verbaasd zijn dat in zo'n klimaat ook seksuele intimidatie ontstaat. Pilar geeft het voorbeeld van haar ex-chef: "Hij zei dat ik een nacht met hem in een hotel moest doorbrengen." En zo niet "dan zou hij me rapporteren voor fouten bij de kwaliteitscontrole. En als ik dan nog niet deed wat hij wilde, dan zou ik eruit liggen, zei hij." Gesteund door de andere vrouwen diende Pilar een klacht in tegen haar chef. Volgens de vrouwen is dit de reden dat Eduardo Fernandez even later ontslagen werd, iets wat ongebruikelijk is in Mexico en Philips zou sieren. Maar Philips ontkent dat er 'ooit een chef op beschuldiging van seksuele intimidatie is ontslagen'. Karr: "Het is de eerste keer dat ik dit hoor. Het is simpelweg onwaar."

De namen van de vrouwen in dit artikel zijn gefingeerd.

NRC logo
Go Home: nederlands english